Belastingwijzigingen per 1 januari 2023 op een rij!

Een nieuw jaar is aangebroken, en daarom zetten wij graag de belangrijkste fiscale wijzigingen voor u op een rij. Wij hebben de diverse maatregelen ingedeeld in particulieren (incl. DGA/ZZP’er), bedrijven en overige maatregelen.

PARTICULIEREN

Tarieven box 1

Inmiddels is er alweer enige tijd sprake van het tweeschijvenstelsel (effectief gezien). In 2023 zal het basistarief gelden tot een box 1-inkomen van € 73.031 en zal het tarief worden verlaagd van 37,07% naar 36,93%. Het toptarief van 49,5% blijft ongewijzigd.

Heffingskortingen

Uitbetaling heffingskortingen
Het recht op heffingskortingen kan met geen of een laag inkomen hoger zijn dan de verschuldigde belasting. Een deel van de heffingskortingen wordt dan niet benut. In 2022 konden de niet-benutte heffingskortingen onder bepaalde voorwaarden nog worden uitbetaald voor 6,67% als de belastingplichtige een fiscaal partner had. Vanaf 2023 is het uitbetalen van heffingskortingen niet meer mogelijk voor belastingplichtigen geboren op of na 1 januari 1963.
Algemene heffingskorting
De maximale algemene heffingskorting zal in 2023 met € 182 worden verhoogd naar € 3.070. De hoogte van de algemene heffingskorting neemt af naarmate het box 1-inkomen van de belastingplichtige stijgt. De algemene heffingskorting wordt in 2023 na een box 1-inkomen van € 22.660 iets sneller afgebouwd dan in 2022.
Arbeidskorting
De maximale arbeidskorting zal in 2023 worden verhoogd van € 4.260 naar € 5.052. De arbeidskorting wordt na een inkomen van € 37.626 iets sneller afgebouwd dan in 2022, maar per saldo zal deze wijziging voor veel mensen tot een hogere arbeidskorting leiden.

Doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon vervalt

Voor DGA’s wordt de gebruikelijk-loonregeling aangepast. Tot 2022 mocht het DGA-salaris op 75% van het normsalaris worden gesteld. Per 2023 wordt de doelmatigheidsmarge in zijn geheel afgeschaft waardoor een loon van 100% van het normloon (in veel gevallen: loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking) moet worden aangehouden.

Gebruikelijk-loonregeling innovatieve startups vervalt

De versoepeling van de gebruikelijk-loonregeling voor innovatieve startups vervalt. DGA’s die in 2021 of 2022 voor het eerst gebruik maakten van de regeling kunnen dat nog maximaal 3 jaar blijven doen. Er moet dan wel in 2023 (bij een start in 2021) en in 2024 (bij een start in 2022) blijvend voldaan worden aan de voorwaarden.

Excessief lenen bij eigen vennootschap beperkt

Vanaf 1 januari 2023 wordt het excessief lenen bij de eigen vennootschap beperkt. Aanmerkelijkbelanghouders moeten vanaf dan in box 2 inkomstenbelasting betalen voor zover de leningen van de eigen vennootschap meer bedragen dan € 700.000 op 31 december 2023. Leningen ten behoeve van de eigen woning tellen hier onder voorwaarden niet in mee. Ook leningen aan familieleden moeten onder deze grens blijven.

Aanwenden oudedagsverplichting voor lijfrente

De oudedagsverplichting (ODV) kan fiscaal geruisloos worden aangewend voor een lijfrente. Ook belastingplichtigen die de AOW-gerechtigde leeftijd al 5 jaar of meer hebben overschreden kunnen hiervan gebruik gaan maken. Voor deze maatregel wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 april 2017, zodat ook alle bestaande gevallen hiervan gebruik kunnen maken.

Opbouw FOR wordt afgeschaft

Met ingang van 1 januari 2023 is het niet meer mogelijk om de fiscale oudedagsreserve (FOR) fiscaal gefaciliteerd op te bouwen. De bestaande FOR kan nog wel op basis van de huidige regels worden afgewikkeld. Dit betekent niet dat het sparen voor de oude dag voor ondernemers niet mogelijk is, maar zij zullen dan bij een financiële partij een lijfrente moeten gaan bedingen.

Verdere verlaging zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek wordt verder en sneller afgebouwd dan eerder voorgesteld. De afbouw houdt een verlaging in van € 6.310 in 2022 naar € 900 in 2027. De extra afbouw bedraagt € 1.280 per jaar in 2023, 2024 en 2025 en € 1.270 in 2026 waardoor de zelfstandigenaftrek in 2023 een bedrag van € 5.030 zal zijn.

Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding

De maximale onbelaste reiskostenvergoeding voor zakelijke kilometers wordt per 1 januari 2023 verhoogd van 19 cent naar 21 cent per km. Vanaf 1 januari 2024 wordt deze onbelaste vergoeding verhoogd naar maximaal 22 cent per km.

Verhoging vrije ruimte werkkostenregeling

De vrije ruimte van de werkkostenregeling wordt verhoogd van 1,7% tot 1,92% van de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom. Het percentage over het meerdere blijft 1,18%.

Beperking 30%-regeling

Zoals aangekondigd in de voorjaarsnota wordt de expatregeling (ook wel 30%-regeling) afgetopt. Werknemers die vanuit een ander land naar Nederland komen om te werken kunnen dankzij de 30%-regeling maximaal 30% van hun loon onbelast ontvangen. Dit wordt gemaximeerd op de zogenoemd WNT-norm (‘Balkenende-norm’). In 2023 is deze vastgesteld op € 223.000.
Naast de 30%-regeling kon de werkgever ook daadwerkelijk gemaakte extraterritoriale kosten belastingvrij vergoeden aan de werknemer die vanuit een ander land naar Nederland komt om te werken. Vanaf 2023 moet een keuze worden gemaakt tussen beide regelingen.

Afname aftrektarief diverse posten

Al enkele jaren is er sprake van afbouw van het tarief waartegen bepaalde posten aftrekbaar zijn. Deze verlaging van het tarief zet in 2023 door: diverse aftrekposten zijn nog maximaal aftrekbaar tegen 36,93%, het geldende basistarief in box 1. Het betreft onder andere de hypotheekrenteaftrek, ondernemersaftrek, MKB-winstvrijstelling, terbeschikkingstellingsvrijstelling en de persoonsgebonden aftrekposten (bijvoorbeeld de partneralimentatie en giftenaftrek).

Eigenwoningforfait iets omlaag

Zoals gezegd gaat het maximale percentage waartegen je de hypotheekrente op de eigen woning mag aftrekken omlaag naar 36,93%. Ter compensatie daalt het eigenwoningforfait voor huizen met een WOZ-waarde van € 75.000 tot € 1.200.000 van 0,40% naar 0,35%.

De grens voor de ‘villabelasting’ (een verhoogd eigenwoningforfait) gaat omhoog van € 1.130.000 naar € 1.200.000.

Heffingsmoment voor aandelenopties flexibeler

Werkgevers kunnen hun werknemers belonen in de vorm van aandelenopties. Deze aandelenopties geven de werknemer recht om binnen een bepaalde periode aandelen van het bedrijf te kopen tegen een vooraf vastgestelde prijs. Vóór 2023 betaalde de werknemer belasting op het moment dat de aandelenopties werden uitgevoerd en omgezet in aandelen. Vanaf 2023 kan dit moment worden uitgesteld tothet moment dat de aandelen verhandelbaar worden. De werknemer kan er nog wel steeds voor kiezen om bij uitoefening al belasting te betalen, hetgeen belastingbesparend kan zijn

Overbruggingswetgeving box 3 voor 2023 t/m 2025

Het kabinet beoogt in 2026 een nieuw box 3-stelsel in te voeren op basis van het werkelijke rendement. In de tussentijd, de periode 2023 t/m 2025, is er een overbruggingswetgeving van kracht.
De overbruggingswetgeving is ontworpen op basis van de forfaitaire spaarvariant die gebruikt wordt voor het rechtsherstel bij box 3. Dit is een heffing op basis van forfaitaire rendementen over de werkelijke vermogensmix van drie categorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Het grootste verschil met de periode 2017 t/m 2022 is dat de methode van rechtsherstel enkel wordt aangehouden als dit voor de belastingplichtige leidt tot een lager inkomen, waar de overbruggingswetgeving geen keuze meer is. Sommige belastingplichtigen zullen in 2023-2025 fors méér belasting moeten betalen dan in het huidige systeem.
Dit is een forse wijziging ten opzichte van de huidige systematiek. Vooral particulieren met een fors beleggingsvermogen én aanzienlijke schulden zullen meer gaan betalen. Neem vooral contact met ons op als u inzicht wil krijgen in de fiscale gevolgen in uw situatie.
De rendementspercentages voor 2023 worden begin 2024 definitief vastgesteld. Wel gebruikt de Belastingdienst al voorlopige percentages voor de berekening van de voorlopige aanslagen. Deze voorlopige rendementspercentages zijn:
– Bank- en spaartegoeden en contant geld: 0,36%
– Beleggingen/andere bezittingen: 6,17%
– Schulden: 2,57%
Door aan te sluiten bij de werkelijke samenstelling van het vermogen is het noodzakelijk geworden om groene beleggingen (waarvoor een vrijstelling geldt in box 3) te splitsen in sparen en beleggen. Groene beleggingen worden onderverdeeld in groene banktegoeden (met het lage forfaitaire rendementspercentage) en groene overige bezittingen (met het hoge forfaitaire rendementspercentage). Als een belastingplichtige in beide categorieën belegt, wordt de vrijstelling eerst in mindering gebracht op de groene beleggingen en het eventueel resterende deel van de vrijstelling wordt in mindering gebracht op de groene banktegoeden. Deze volgorde van het toepassen van de vrijstelling is in het voordeel van de belastingplichtige. Met de voorgestelde toepassing van de vrijstelling groene beleggingen wordt afgeweken van het rechtsherstel.
De waarde van de banktegoeden, overige bezittingen en schulden wordt slechts op één moment in het kalenderjaar bepaald, namelijk op de peildatum 1 januari. Om te voorkomen dat belastingplichtigen overige bezittingen vlak voor 1 januari te verkopen en tijdelijk om te zetten in banktegoeden (waarvoor een lager rendementspercentage geldt), geldt er een arbitrageperiode van drie maanden. Deze regeling zorgt ervoor dat transacties die gedaan worden drie maanden vóór en drie maanden na de peildatum van 1 januari in principe niet tot een lagere belastingheffing leiden.

Tarief box 3 wordt verhoogd

In 2023 is het tarief in box 3 verhoogd met 1 procent verhoogd van 31% in 2022 naar 32% in 2023. Wel is het heffingsvrije vermogen verhoogd van € 50.650 naar € 57.000 per belastingplichtige.

Aanpassing leegwaarderatio

Zowel in box 3 in de inkomstenbelasting, als voor de schenk- en erfbelasting wordt de waarde van woningen gesteld op de WOZ-waarde. De waarde van verhuurde woningen met huurbescherming wordt bepaald door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met de leegwaarderatio.
Deze leegwaarderatio wordt in 2023 verhoogd. De percentages in de tabel worden geactualiseerd. Bij een jaarlijkse huurprijs van meer dan 5 procent ten opzichte van de WOZ-waarde, wordt het percentage van de leegwaarderatio verhoogd naar 100 procent (thans 73% tot 85%). Verder worden tijdelijke huurcontracten uitgesloten en geldt bij verhuur aan gelieerde partijen het hoogste percentage (100 procent). In deze situaties heeft de leegwaarderatio dus geen effect meer.

Middelingsregeling afgeschaft

De middelingsregeling in de inkomstenbelasting wordt per 2023 afgeschaft. Dit houdt in dat 2022-2024 het laatste tijdvak is waarover middeling van het inkomen mogelijk is.

Periodieke giftenaftrek afgetopt

De giftenaftrek houdt in dat onder bepaalde voorwaarden een gift aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI) aftrekbaar is voor de inkomstenbelasting. Voor periodieke giften gelden geen drempel en geen maximum. Vanaf 1 januari 2023 wordt de periodieke giftenaftrek voor giften aan ANBI’s afgetopt op € 250.000 per huishouden per jaar. Deze grens geldt voor de giften die gedaan zijn vanaf 4 oktober 2022, 16:00 uur. Giften uit de periode daarvoor zullen tot uiterlijk 2027 volledig aftrekbaar blijven.

Jubelton verlaagd

Zoals reeds eerder door ons is beschreven, wordt de verruimde schenkingsvrijstelling van € 106.671 (de zogenaamde ‘jubelton’) voor de eigen woning per 2024 afgeschaft. In aanloop daartoe wordt deze vrijstelling per 1 januari 2023 eerst verlaagd naar het bedrag dat in 2023 ook geldt voor de vrij besteedbare schenking, namelijk € 28.947. Ook voor de eigen woning mag er in 2023 dus ‘slechts’ een bedrag van € 28.947 geschonken worden, ook door ouders. Als in 2022 gedeeltelijk gebruik is gemaakt van de vrijstelling, dan kan de schenking in 2023 wel worden aangevuld tot dit maximum.

ONDERNEMERS/MKB-BEDRIJVEN

Wijzigingen tarief vennootschapsbelasting

De eerste tariefschijf van de vennootschapsbelasting is per 2023 verlaagd van € 395.000 naar (de oude) € 200.000. Het tarief voor de vennootschapsbelasting voor winsten in de eerste tariefschijf wordt verhoogd van 15% naar 19%. Hierdoor betalen bedrijven vanaf 1 januari 2023 het lage tarief van 19% over een winst tot € 200.000 en 25,8% over het meerdere.

Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding

Zie bij Particulieren.

Verhoging vrije ruimte werkkostenregeling

Zie bij Particulieren.

OVERIGE (FISCALE) MAATREGELEN

Tarief overdrachtsbelasting

Het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting is vanaf 2023 verhoogd van 8% naar 10,4%.
Alleen voor starters (met een maximum koopbedrag dat in 2023 verhoogd is van € 400.000 naar € 440.000) en woning die als hoofdverblijf gaan dienen gelden de uitzonderingen van respectievelijk 0% en 2%. Alle overige verkrijgingen van onroerend goed zullen tegen 10,4% worden belast.

Btw-nultarief op zonnepanelen

Vanaf 1 januari 2023 geldt een btw-nultarief voor de levering en installatie van zonnepanelen en zonnepanelen als dakbedekking. Het btw-nultarief geldt alleen als de zonnepanelen bestemd zijn voor installatie op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen of bijgebouwen van een woning. Particulieren hoven de btw dan niet meer terug te vragen. Verder onderzoek zal nog worden verricht naar de mogelijkheid en de wenselijkheid van de toepassing van het btw-nultarief voor de levering en installatie van het zonnepanelen op openbare of andere gebouwen die worden gebruikt voor activiteiten van algemeen belang.

Tijdelijke compensatie energierekening vervalt

In 2023 geldt er een prijsplafond voor energie. Dit zorgt ervoor dat er een aantal tijdelijke maatregelen uit 2022 vervallen. Het gaat om de verlaagde energiebelasting en het verlaagde btw-tarief van 9%.

TOT SLOT

Mocht u naar aanleiding van deze maatregelen vragen hebben, neem dan gerust contact met ons op.

Meer informatie?

Benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen?

Neem contact op
Deze website maakt gebruik van cookies.
Annuleren