Hoge Raad: Gebruikelijkloon DGA bepalen met vergelijkingsmethode
Op 24 juni jl. heeft de Hoge Raad geoordeeld op welke wijze het gebruikelijkloon bij een directeur-grootaandeelhouder (DGA) moet worden vastgesteld. Er waren twee methoden in omloop: de vergelijkingsmethode en de afroommethode. De Hoge Raad geeft aan dat de vergelijkingsmethode prevaleert. Wij lichten dat hieronder toe.
De twee methodes
De basis voor beide methodes ligt in art. 12a Wet op de loonbelasting 1964, dat bepaalt dat de DGA een ‘zakelijk’ loon voor zijn werkzaamheden voor de vennootschap in aanmerking moet nemen. De afroommethode bepaalde daarbij dat, als de opbrengsten van de BV voor 90% of meer verdiend worden door de DGA, het gebruikelijkloon dan 75% (vanaf 2015) of 70% (voor 2015) van deze opbrengsten na aftrek van kosten is.
De vergelijkingsmethode daarentegen stelt dat het gebruikelijkloon ten minste 75% (vanaf 2015) of 70% (voor 2015) van het loon bij een vergelijkbare dienstbetrekking bedraagt. Tot 2015 ging het daarbij om een soortgelijke dienstbetrekking. Die was natuurlijk niet altijd even goed te vinden. Dat is mede de reden dat de afroommethode is ontstaan. Vanaf 2015 gaat het om het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking. De bedoeling van deze wetswijziging is ook geweest om ervoor te zorgen dat er op deze manier altijd een vergelijkingsmaatstaf aanwezig zal zijn.
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat de wettelijke regeling op een vergelijkingssystematiek is gebaseerd en dat daarom de vergelijkingsmethode prevaleert. Deze procedure speelde over de jaren 2007 – 2010. Echter, wij zijn van mening dat ook na de wetswijziging van 2015 de vergelijkingsmethode prevaleert. De wetswijziging van 2015 is er juist op gericht om een beter bruikbare vergelijkingsmaatstaf te introduceren. In principe bestaat er nu altijd een vergelijkbaar loon en zal dat loon altijd het uitgangspunt zijn, zo lijkt het.
Gebruikelijkloon innovatie startups
Het kabinet maakte al eerder bekend dat de gebruikelijkloonregeling voor innovatieve startups worden versoepeld vanaf 2017. Onder voorwaarden hoeven zij de eerste drie jaar slechts het minimumloon in aanmerking te nemen. Waarschijnlijk wordt met Prinsjesdag hiertoe een wetsvoorstel ingediend.
Hoe nu verder?
DGA’s waarbij het gebruikelijkloon wordt berekend op basis van de afroommethode doen er goed aan om te bezien welk loon zij volgens de vergelijkingsmethode in aanmerking moeten nemen. Indien dit loon lager is dan het loon volgens de afroommethode, is een fiscaal voordeel te behalen.
Uiteraard zijn wij graag bereid om deze vergelijking voor u te maken.
Mocht u hierover vragen hebben, neem dan vooral contact met ons op.