Pas op bij splitsing! Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten daarna beperkt van toepassing!?
Twee eigenaren hadden gezamenlijk verschillende optiek- en hoorwinkels. Door verschil in inzicht werden de twee typen winkels verdeeld over de eigenaren. De vrouw die de hoorwinkels krijgt schenkt de aandelen in de gesplitste vennootschap aan haar zoon. De rechtbank oordeelt dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten (BOF) slechts beperkt van toepassing zijn. Wij geven hieronder onze visie.
Situatie voor de bedrijfsopvolging
Zoals aangegeven bestond een concern uit een holding, die belangen houdt in vennootschappen waarin optiek- en hoorwinkels worden geëxploiteerd. Deze holding wordt voor 49% gehouden door een BV, waarin de aandelen weer in handen zijn van belanghebbende (moeder). De overige 51% worden door een derde gehouden. Moeder en deze derde krijgen verschil van inzicht over het beleid, waarna wordt besloten dat moeder het eigendom van de hoorwinkels zal krijgen en de derde partij de optiekwinkels. Om dit te bewerkstelligen wordt de holding van het concern gesplitst door middel van een juridische splitsing.
Vervolgens draagt moeder de aandelen in haar BV, met de indirecte belangen in de hoorwinkels, over aan haar zoon. De vraag is of bij de schenking een beroep kan worden gedaan op de BOF. De inspecteur is van mening dat daarop slechts voor 49% recht bestaat. De zaak komt daarop voor bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht de toepassing van de BOF beperkt tot 49%. Hoewel de BOF van toepassing is op zogenoemd ondernemingsvermogen, waarvan in dit kader zeker sprake is, is een aanvullende voorwaarde van de BOF in de schenkbelasting dat er wordt voldaan aan het zogenoemde bezitsvereiste. Dit bezitsvereiste stelt dat het betreffende ondernemingsvermogen bij schenking al ten minste 5 jaar in bezit is. Voorafgaand aan de splitsing hield de moeder een belang van 49% in de hoorwinkels en door de splitsing is daar de andere 51% bijgekomen als uitruil tegen haar belang van 49% in de optiekwinkels. Desondanks is de ‘nieuwe’ 51% daarmee nog niet 5 jaar in bezit op het moment van schenking. Om die reden oordeelt de rechtbank dat voor slechts 49% recht bestaat op de BOF.
Onze visie en oplossing
Naar onze mening komt de rechtbank (helaas) tot het juiste oordeel. Het bezitsvereiste geldt ook voor een dergelijke uitbreiding. Dit betekent dat op een groot deel van de schenking de BOF niet kan worden toegepast. In dergelijke gevallen kiezen wij ervoor om een structuur op te zetten, waarbij het ‘oude’ belang van het ‘nieuwe’ belang wordt gescheiden. Het ‘oude’ belang kan dan al worden overgedragen op de volgende generatie, waarbij voor het ‘nieuwe’ belang nog kan worden gewacht totdat ook voor dat belang aan het bezitsvereiste wordt voldaan.
Denkt u ook na om (een gedeelte van) uw onderneming over te dragen aan de volgende generatie? Neem dan vooral contact met ons op en wij kunnen u adviseren hoe u optimaal gebruik maakt van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten, zodat de onderneming met minimale fiscale gevolgen kan worden overgedragen.